Dubbelinterview met Robert Vosmeijer en Vedran Hadziavdic a.k.a. Vieze Vedi & De Sluwe Vos
Het Burgerweeshuis bestaat 40 jaar. Het lijf mag dan piepen en kraken, haar ziel is springlevend. Wat kenmerkt het roemruchte Deventer poppodium, in 1984 ontstaan vanuit een jongerencentrum? In zes dubbelinterviews zoeken we het uit. Dit is aflevering 2, met dj’s Robert Vosmeijer (Twello, 1991) en Vedran Hadziavdic (Deventer, 1979).
Terwijl in de zaal voorbereidingen worden getroffen voor een bijeenkomst van de gemeente Deventer, zitten Vedran en Robert onderuitgezakt op een bank in de kleedkamer van het Burgerweeshuis. Donnie, de teckel van Vedran, huppelt vrolijk rond. ‘Ik ben hier vaak te vinden,’ zegt Vedran, ‘te vaak.’ Tegen Robert: ‘Laatst ook, toen jij hier draaide tijdens Nachtparlement. Dan zit ik hier maar. Tijdens feesten die ik zelf organiseer voel ik me al snel bezwaard en ben ik vooral boven in de zaal.’
Als dj Vieze Vedi organiseert Vedran onder meer Vediland en Pop Up. Zet Vedi achter de knoppen en alles komt voorbij: hip-hop, house, r&b, lazers, dino’s en karaoke. In de aankondiging van VEDILaND XXL tijdens bevrijdingsnacht: ‘Heeft die kleine nét iets te gezette Vieze Vedi ons ooit teleurgesteld met z’n feestjes?’
‘Daarna ben ik nooit meer opgeroepen voor een wedstrijd in het eerste van Go Ahead’
Al op zijn dertiende wist Vedran dat hij dj wilde worden. ‘Het eerste singeltje dat ik kocht was Is It Good To You van Teddy Riley. Als tiener keek ik naar Yo! MTV Raps en luisterde ik op de radio naar Dutch Masters.’ Toen hij op zijn negentiende eindelijk het geld had om twee platenspelers en een mixer te kopen begon hij te draaien. Vedran werd dj bij de Deventer hiphopgroep FATA en tourde hij met rapper Kraantje Pappie. Daarnaast hielp hij Jonathan Tan alias Wantigga bij de organisatie van BRRLNT, een dansfeest in het Burgerweeshuis.
En dan was daar nog een avontuur bij Go Ahead Eagles. Als voetballer welteverstaan. ‘Een paar leuke jaren,’ zegt hij terwijl hij onbestemd lacht. ‘Ik was binnengekomen op amateurbasis in het tweede. Na een paar maandjes mocht ik meetrainen met het eerste en in de winterstop kreeg ik een contract voor anderhalf jaar. Niet lang daarna werd ik door Jan van Staa, de toenmalige hoofdtrainer, aangesproken in de catacomben. ‘Wat hoor ik,’ zei hij, ‘draai je plaatjes in het weekend?’ Ik dacht dat hij oprecht geïnteresseerd was en begon te vertellen. Maar hij luisterde niet en liep zo door. Daarna ben ik nooit meer opgeroepen voor een wedstrijd in het eerste van Go Ahead.’
Spoetnik en 9:23
Vedran is een geboren Deventenaar, wilde op jonge leeftijd dj worden en organiseert sinds jaar en dag feesten in het Burgerweeshuis. Dat hij voor dit nachtleven-interview aanschuift is dus logisch. In het geval van Robert, die als De Sluwe Vos een internationale carrière heeft als techno-dj, ligt dat anders. Hij groeide op in Twello, ging in Apeldoorn naar school. Inmiddels is hij onlosmakelijk verbonden aan het Deventer nachtleven, maar dat had ook anders kunnen lopen.
Robert is een jaar of dertien als hij via oudere leden op de scouting L'Amour Toujours van Gigi D'Agostino hoort. ‘Ik dacht: yo, what the fuck is dit dan? Een beat in de muziek, dat had ik nog nooit gehoord. Van mijn leraar Nederlands kreeg ik vervolgens een cd met techno en minimal, met daarop onder meer Domino van Oxia en White Elephant van H.O.S.H.. Ik vroeg waar hij die muziek vond en hij wees me de weg. Op 3voor12 hoorde ik vervolgens een dj-set van Jesse Voorn. Die bleek zijn eigen feesten te organiseren in het Burgerweeshuis: Spoetnik. Mijn ouders hadden daarover in de krant gelezen. ‘Wil je daar dan niet heen?’ vroegen ze.’
‘In de dansscène voelde ik me thuis. Vanwege de mysterieuze muziek, de rauwe locaties en de open mensen’
Zo belandt Robert op jonge leeftijd in een parallelle wereld in Deventer. Op illegale raves in kelders in de Van Twickelostraat neemt hij plaats achter de decks en hij gaat helpen bij de organisatie van 9.23, befaamde clubnachten die later een plek krijgen in het Burgerweeshuis. Robert: ‘Net als iedereen op die leeftijd was ik op zoek naar de plek waar ik hoorde. In de dansscène voelde ik me thuis. Vanwege de mysterieuze muziek, de rauwe locaties en de open mensen. Al snel besloot ik: ik wil voor altijd in de muziek actief blijven.’
Burger Beurs
Een sprong in de tijd. 2015. Robert heeft een studie aan de Herman Brood Academie doorlopen, zijn eerste plaat is af. Hij woont inmiddels in Amsterdam en tijdens festival 5 DAYS OFF presenteert hij Kontra in de Melkweg. Op uitnodiging van Robert staan er veel oude bekenden in de zaal, waaronder een afvaardiging van het Burgerweeshuis. ‘Dat optreden ging niet goed, er zat totaal geen vorm in, het licht leek nergens op en het ging alle kanten op. Burger zei toen: we zien de potentie, maar het heeft sturing nodig. Daarop kreeg ik een Burger Beurs. Ik mocht hier komen repeteren, kreeg twee tourmanagers, een licht- en geluidsset en werkte met een choreograaf.’
Amper vijf maanden daarna staat hij in de Bravo op Lowlands, de op een na grootste tent van het festival. Vanaf dat moment is De Sluwe Vos los: Pukkelpop, nog een keer Lowlands, Glastonbury, Fuse, Ministry of Sound, DGTL en Awakenings. Robert, op schoot inmiddels vergezeld door Donnie: ‘Crazy hè? Ik zat in Twello op school, niemand op school in Apeldoorn was met Deventer bezig. Bij toeval ontdekte ik het nachtleven hier. Wat als dat niet was gebeurd? Deventer en in het bijzonder Burger hebben mij muzikaal gevormd en mij gemaakt tot wie ik nu ben als artiest. Het kan in je zitten, maar het moet er ook uitkomen.’
Marcel Dettmann, Helena Hauff en Stingray
De waardering blijkt wederzijds. Na periodes in Amsterdam en Haarlem woont Robert inmiddels weer in Deventer, waar het nachtleven zich in zijn afwezigheid behoorlijk heeft ontwikkeld. Met onder meer VroegZat, Vediland, Boogie Nights en Nachtparlement biedt het Burgerweeshuis voor ieder wat wils. Robert: ‘De nacht leeft in Deventer. Zelf voel ik het meeste verwantschap met Nachtparlement. Hun programmering is insane. Marcel Dettmann speelt hier voor vijfhonderd man, net als Helena Hauff.’ Wijst naar de bank waarop Vedran zit: ‘Ik heb daar nog met dj Stingray gechilld. Dat is toch niet normaal? Ik ben altijd blij als ik in Burger beland na een gig ergens in binnen- of buitenland.’
‘Als dj sta je hier tussen de mensen, je kan iedereen ruiken’
De charme van het Burgerweeshuis als uitgaansplek volgens Vedran? ‘Het is hier heel intiem voor zo’n grote zaal. Met mijn eigen feesten probeer ik iedere keer iets anders qua decor en opzet, het komt altijd goed uit. Als dj sta je hier tussen de mensen, je kan iedereen ruiken.’ Robert: ‘Burger is de essentie van een zaal: een podium in een zwarte doos met in de hoek een bar. Alles is naakt, het is wat het is. Avonden worden dan al snel puur.’
Qua zaalcapaciteit hebben de dj’s nog wel wensen. Robert: ‘De stap van jongerencentrum Walhalla hiernaartoe is best groot voor een clubavond. Een grote zaal vullen betekent een groot publiek aanspreken, terwijl substromingen ook heel interessant zijn.’ Vedran: ‘Deventer mist eigenlijk een zaal voor 150, 200 bezoekers. Dat is net wat veiliger, dat nodigt meer uit.’
Stroom, een creatieve krachtcentrale
Ze zagen het helemaal voor zich toen het Burgerweeshuis plannen presenteerde om naar Burgerhaven te verkassen. Het Burgerweeshuis gebruikte het voormalige fabrieksgebouw in het Havenkwartier tijdelijk tijdens de coronapandemie. Vedran werkt er tegenover bij Burnside, dat vorig jaar een café opende. Naast Burgerhaven ontwikkelde het Burgerweeshuis Stroom, de ‘creatieve krachtcentrale’ waar Robert net als andere Deventer muzikanten sinds een jaar een studio heeft. Het pand huist een grote oefenruimte waar bands uit het hele land kunnen resideren en er worden kennis- en inspiratieavonden georganiseerd.
‘Plekken als Burger worden niet bedacht, ze worden gemaakt’
Vedran slaakt een diepe zucht: ‘Ik heb nog steeds stille hoop. Het plaatje klopt gewoon. Deventer is een diverse stad met verschillende doelgroepen. Het is fijn om een eigen plek te hebben waar je niemand tot last bent, en bovendien zo dichtbij het centrum.’ Robert: ‘De kern van uitgaan is je gedachten kunnen verzetten, ontsnappen aan de dagelijkse realiteit. En samenkomen. Als ik bedenk hoeveel dat voor mij heeft betekend, als ik zie wat er allemaal is opgebloeid uit een plek als het Burgerweeshuis – hoeveel dat voor Deventer heeft betekend.’
Een stilte vult de kleedkamer. Donnie blaft en loopt naar de deur, hij moet plassen. Dan zegt Vedran: ‘Het komt wel goed. Deventer huist veel creatievelingen. Er zal altijd iemand opstaan en iets nieuws creëren. Plekken als Burger worden niet bedacht, ze worden gemaakt. Als het niet in de haven is, dan wel ergens anders.’
Fotografie: Isabelle Renate la Poutré
Interview: Job Hulsman